De aanpak aan de bron is een belangrijke pijler van het Vlaamse mestbeleid: via nutriëntenarme voeders zorgen we dat de uitscheiding van stikstof en fosfor in dierlijke mest sterk vermindert. Hiermee neemt de druk op de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater af.
Samenwerking BFA en overheid
In 1995 ondertekende BFA een laagfosforconvenant voor varkens- en pluimveevoeders met het toenmalige Ministerie van Landbouw. In 2003 werd de Mestbank (Vlaams Gewest) bevoegd voor de controle op de naleving. In 2007 kwam het laageiwit voederconvenant erbij, om zo het convenant laagnutriëntenvoeders te vormen. Het convenant werd ondertekend door BFA, het Vlaams Gewest en de Vereniging voor Zelfmengers. In 2023 kreeg het convenant een naamswijziging: Convenant voor laag-fosfor en laag-eiwitvoeders.
Daling van mestuitscheidingscijfers in 2021
Omdat de laatste jaren er minder dan 1% van de veehouders nog gebruik maakte van de convenantcijfers voor de mestuitscheidingscijfers, en men voor het alternatief van de ‘regressierechten’ koos, besliste de mestbank om vanaf 2021 niet verder te gaan met dit convenant. Het convenant voor laag-fosfor en laag-eiwitvoeders houdt echter meer in dan een link met convenantcijfers: het is een milieu-engagement van de diervoedersector, opgenomen in het BFA-duurzaamheidscharter.
Convenant voor laag-fosfor- en laag-eiwitvoeders in eigen beheer
Sinds 2021 heeft BFA het convenant voor laag-fosfor- en laag-eiwitvoeders in eigen beheer. Het analysesysteem blijft bestaan en het BFA-secretariaat neemt de evaluatie van de analyseresultaten op zich.
De uitsluiting wordt geschrapt omdat we willen dat er zoveel mogelijk voeders volgens de normen van het convenant geproduceerd worden. Extra stalen voor het komende jaar kunnen opgelegd worden als blijkt uit de evaluatie dat er tijdens het jaar een norm overschreden werd. Daarnaast zijn BFA-leden verplicht om aan het convenant deel te nemen.